Op korte termijn zijn duurzamere brandstoffen de beste optie om de uitstoot van vliegen te verminderen. Het gaat om biokerosine en synthetische kerosine. Voordeel van deze brandstoffen is dat ze gebruikt kunnen worden in bestaande vliegtuigen. Technische aanpassingen zijn niet nodig. Bovendien is biokerosine al op de markt.
Duurzamere brandstoffen staan bekend als Sustainable Aviation Fuel (SAF). Hoewel de term anders doet vermoeden, zijn ze nog niet 100% duurzaam. Deze brandstoffen stoten 70 tot 90% minder CO2 uit vergeleken met fossiele kerosine, maar er blijft dus nog wat uitstoot over.
Op Schiphol is biokerosine als duurzamere brandstof beschikbaar. Het wordt gemaakt van plantaardige of dierlijke afvalproducten, zoals frituurvet. Airlines gebruiken op Schiphol biokerosine nog maar op hele kleine schaal. Het gaat om 1 tot 2% van de totale hoeveelheid brandstof die op de luchthaven wordt getankt. Belangrijkste reden: het is bijna drie keer duurder dan gewone kerosine en het is zeer beperkt verkrijgbaar. Tussen 2022 en 2024 heeft Schiphol de afname van SAF gestimuleerd door de meerkosten te subsidiëren. Hierdoor is door de deelnemende airlines ruim 40.000 ton extra SAF bijgemengd.
Bij synthetische kerosine wordt uit de lucht gehaalde CO2 met waterstof of elektriciteit omgezet in brandstof. Dit gaat op een zo’n duurzaam mogelijke manier. Het is nog niet op de markt, het is nog in ontwikkeling. Dat er veilig mee gevlogen kan worden, lieten KLM en Shell zien. Op 22 januari 2021 maakte KLM de allereerste vlucht (Schiphol-Madrid) waar een kleine hoeveelheid synthetische kerosine was bijgemengd. Schiphol stimuleert de ontwikkeling van synthetische kerosine door mede te investeren in de opzet van een productiefaciliteit door startup Synkero.
SAF is nog erg duur. Dat houdt vraag en aanbod laag. De bijmengverplichting gaat vraag en aanbod opschalen. De Europese Unie heeft als doel dat in 2025 op alle vluchten 2% SAF wordt bijgemengd. In 2030 moet dit 6% zijn, waarvan 1,2% synthetische kerosine. In Nederland zijn de ambities hoger. Het streven is om in 2030 meer dan 14% bijmenging te realiseren. Vanwege de Europese bijmengverplichting en de Nederlandse ambities wordt aan uitbreiding van de productie gewerkt, sommige fabrieken zijn al bijna klaar. Als vraag en aanbod omhoog gaan, zal de prijs dalen en het prijsverschil met fossiele kerosine kleiner worden. Dat moet de vraag verder aanjagen.
