Schiphol heeft een rijke geschiedenis. Het begon allemaal in 1916, op een drooggemalen stuk grond in de Haarlemmermeer. Ruim 100 jaar later is Schiphol een luchthaven van wereldformaat.
Van boerenland en militair vliegveld tot wereldluchthaven. In 100 jaar is er veel gebeurd op Schiphol.
Politici, topsporters, wereldleiders en popsterren. We mochten ze allemaal al eens verwelkomen op Schiphol.
De afgelopen eeuw kon je op Schiphol allerhande toestellen zien landen en opstijgen. Van dubbeldekkers en zeppelins tot jumbojets.
Al in een document uit de 15de eeuw komt de naam ‘Sciphol’ voor. Mogelijk sloeg de term op een stuk land waar je hout (scip) kon halen (hol). Maar ‘hol’ kan ook van ‘hel’ of ‘graf’ komen, omdat in deze hoek van het Haarlemmermeer veel schepen stranden. Maar zeker weten doen we het niet.
Aan het Haarlemmermeer wordt in 1846 een fort gebouwd: het Fort aan het Schiphol. Mede dankzij dit fort wijst het Ministerie van Oorlog deze plek aan als geschikte locatie voor een militair vliegveld. Het Haarlemmermeer is ondertussen drooggemalen.
Boer Knibbe verkoopt in 1916 zijn land van ongeveer 12 hectare aan het leger. In 1916 landen hier de eerste militaire vliegtuigen. Na de Eerste wereldoorlog blijft Schiphol eerst nog een militaire basis. Gevechtsvliegtuigen worden steeds meer ingezet om vracht, post en passagiers te vervoeren. Langzamerhand verandert het vliegveld steeds meer in een burgervliegveld.
Vanaf 1926 houdt Jan Dellaert als eerste havenmeester van Schiphol toezicht op het veilig gebruik van de luchthaven. Na de oorlog legt Dellaert met een heel nieuw plan de basis voor het moderne Schiphol.
Schiphol is nooit af. Aan de zuidkant van Schiphol Plaza, naast de verkeerstoren, komen een nieuwe pier en terminal. Dankzij de pier met acht nieuwe gates wordt de doorstroming vlotter. In 2023 nemen we ook de nieuwe terminal in gebruik. Daarmee zorgen we voor korte wachttijden, snelle service en optimale veiligheid.