Het is misschien wel het bekendste symbool van Schiphol: de verkeerstoren. Rapunzel zal je bovenin niet aantreffen. Wel de Luchtverkeersleiding, onze apron controllers en gateplanners. Zij zorgen ervoor dat al die vliegtuigen veilig kunnen vertrekken en landen op onze luchthaven. En dat er een plekje voor ze is aan de gate. Neem een kijkje op 101 meter hoogte!
De toren lijkt een beetje op een groot ijsje met bovenop een bolletje slagroom. Dat bolletje is de grondradar. Daarmee vangt de Luchtverkeersleiding de signalen op van vliegtuigen die op de grond rijden van Schiphol. In het ‘ijsje’ met de grote ramen daaronder zitten de medewerkers die onze luchthaven goed in de gaten houden.
Helemaal bovenin vind je de luchtverkeersleiders. Zij zorgen ervoor dat alle vliegtuigen netjes achter elkaar binnenkomen en weer vertrekken. Een luchtverkeersleider vertelt de piloten hun richting, snelheid en hoogte. En op welke baan ze op Schiphol moeten starten of landen. Zij zijn dus de oren en ogen op de grond van de piloot. Daarom zitten luchtverkeersleiders ook in de toren, zodat ze alles op de luchthaven goed kunnen zien!
Alle vliegtuigen die aankomen op Schiphol parkeren bij een gate. Daar waar jij kan uitstappen uit het vliegtuig. Een gateplanner maakt een planning waar elk vliegtuig de volgende dag moet parkeren. Dat is nog een heel gepuzzel! Want een groot vliegtuig kan bijvoorbeeld alleen bij speciale gates parkeren waar ruimte is voor grotere toestellen. En met sneeuw zijn sommige parkeerplekken voor vliegtuigen al bezet voor sneeuwopslag.
Op de dag zelf wijzigt zo’n planning nog wel eens. Als een vliegtuig te laat aankomt op Schiphol bijvoorbeeld. Dan staat er inmiddels al een volgend vliegtuig bij de aangewezen gate. De gateplanner zoekt dan meteen naar een nieuwe parkeerplek voor het vliegtuig. Zo zorgen de gateplanners in de toren er dus voor dat elk vliegtuig ergens kan parkeren op Schiphol.
Op Schiphol komen heel veel vliegtuigen aan. Als het druk is in de zomer wel zo’n 1.600! En we hebben ‘maar’ 102 gates. Een vliegtuig dat ’s ochtends vroeg aankomt, maar pas eind van de middag vertrekt, kan dus niet al die tijd bij de gate blijven staan. Want er is alweer een nieuw vliegtuig aangekomen, waar de passagiers ook uit willen. Om gates vrij te maken, slepen we de vliegtuigen dan naar een andere plek op Schiphol waar ze in de tussentijd kunnen staan.
Het verslepen van die vliegtuigen regelen onze apron controllers. Vanuit de toren zien zij welke route het vliegtuig het beste kan nemen naar de nieuwe parkeerplek. Dat lijkt een beetje op een navigatiesysteem in een auto. Die zoekt de kortste route met de minste file. En de navigatie vertelt je vervolgens hoe je op je bestemming komt. Dat doen onze apron controllers ook, maar dan voor vliegtuigen. Want met al die landende en vertrekkende vliegtuigen die op Schiphol rijden, is de beste route elke keer anders.
Van vogelverschrikkers tot brandweervrouwen en vliegtuigparkeerders: er zijn een heleboel bijzondere beroepen op Schiphol. In totaal werken hier 65.000 mensen.
Mensen vergeten of verliezen nog wel eens wat op Schiphol, soms zelfs hun hele koffer! Waar komen al die spullen terecht? En wat gebeurt ermee?
Je zou het misschien niet verwachten, maar er leven ongeveer zeventig soorten vogels en tien soorten zoogdieren op Schiphol. Net een dierentuin!
