Onderzoek naar ultrafijnstof

Schiphol wil de kennis over ultrafijnstof op luchthavens uitbreiden. Want veel is nog onbekend: hoeveel medewerkers er aan ultrafijnstof worden blootgesteld bijvoorbeeld, hoe vaak dit gebeurt en welke gezondheidseffecten dat heeft.

Daarom hebben we diverse onderzoeken laten doen naar ultrafijnstof op en rond de luchthaven en werken we mee aan vervolgonderzoeken. Met die nieuwe inzichten kunnen we nog gerichter aan de slag.

Om welke onderzoeken gaat het? En wat weten we tot nu toe?

2024: Resultaten blootstellingsonderzoek onder medewerkers

Schiphol heeft samen met KLM, de afhandelaren en hoofdaannemers op de luchthaven een onderzoek laten uitvoeren naar de blootstelling van medewerkers aan stof uit vliegtuig- en dieselmotoremissies. Het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS, onderdeel van Universiteit Utrecht) en het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL) hebben de persoonlijke blootstelling aan verschillende stoffen gemeten.

Het doel van het onderzoek was om meer inzicht te krijgen in emissies van vliegtuig en dieselmotoren, om gerichte maatregelen te nemen. In het onderzoek is er specifiek gekeken naar tien verschillende functiegroepen, ingedeeld op basis van functie-inhoud en locatie van de werkzaamheden. Er zijn persoonlijke stofmetingen gedaan op 23 meetdagen in augustus en september 2023. Voor dit onderzoek werden er meetkastjes op de kleding van medewerkers met verschillende functies aan de airside bevestigd.

Lees hier meer over het onderzoek en de resultaten.

De uitkomsten van dit blootstellingsonderzoek bevestigen dat we met ons Plan van Aanpak de juiste weg zijn ingeslagen, om de blootstelling van medewerkers aan diesel- en vliegtuigmotoremissies te verminderen. Hier gaan we voortvarend mee door, in lijn met ons doel dat iedereen op Schiphol een veilige en gezonde werkplek heeft.

2023: Pilot Persoonlijke adembescherming

Schiphol start in de zomer een test met diverse typen adembescherming. FFP2 mondneusmaskers zijn niet voor iedere medewerker een goede oplossing. Sommigen hebben er last van tijdens het werk. En bij sommigen sluit het niet goed aan (bijvoorbeeld bij medewerkers met een baard) en beschermt het dus onvoldoende. Daarom test een aantal medewerkers verschillende maskers uit tijdens het werk. Na afloop geven ze aan wat ze ervan vinden. Eind september 2023 ronden we de pilot af. Dan weten we voor welke functies welke maskers het meest geschikt zijn. En kunnen we goed bepalen welk masker voor welke medewerker in welke functie het meest geschikt is om blootstelling aan ultrafijnstof zoveel (als redelijkerwijs) mogelijk te voorkomen.

2023: Experimentele onderzoeken naar het schoonmaken van de lucht op het platform

Ultrafijnstof uit lucht filteren

We doen in 2023 verschillende experimenten met het filteren van ultrafijnstof uit de lucht. We hebben een innovatief apparaat getest dat ultrafijnstof uit de lucht zuivert en schone lucht een ruimte in kan blazen. Daaruit bleek dat dit kan in ruimtes, die grenzen aan het platform waar deuren vaak open staan. Dit gaan we verder testen.

Schone lucht op het platform blazen

We gaan experimenteren om, met behulp van ventilatoren, schone lucht uit te blazen op het platform. We onderzoeken of we op die manier ultrafijnstofdeeltjes van de werkplek weg kunnen krijgen.

Vernevelen ultrafijnstof

We onderzoeken, op basis van gebruikte technieken in de bouw, of nevel ultrafijnstof in de lucht kan verminderen. Het idee is dat de ultrafijnstofdeeltjes zich hechten aan de nevel, daardoor zwaar worden en als druppels op de grond vallen. We hebben eerder een nevelproef gedaan. Daar hebben we geleerd dat dit mogelijkheden heeft, maar ook dat er nog té veel factoren een rol spelen om het definitief vast te stellen. De proef krijgt voor de zomer van 2023 een vervolg, in een gecontroleerde omgeving, zodat we een betrouwbare conclusie kunnen trekken. Dit doen we samen met NLR, binnen het Europese verduurzamingsinitiatief TULIPS. Als de verwachtingen bevestigd worden, is de volgende stap om dit op een regionale luchthaven verder te testen. Het kan nog een aantal jaar duren voordat we dit in de dagelijkse praktijk op luchthavens zien.

2023: Onderzoek om meer te leren over ultrafijnstof

Blootstellingsonderzoek

In de zomer van 2023 is er een grootschalig blootstellingsonderzoek aan vliegtuigmotoremissies. Dit wordt uitgevoerd door een onafhankelijke partij. De metingen worden uitgevoerd bij verschillende functies op het platform.

Gezondsheidsonderzoek

Het gaat om het opsporen van medische aandoeningen die mogelijk verband houden met blootstelling aan ultrafijnstof. Bij dit onderzoek staat het Periodiek Arbeidskundig GezondheidsOnderzoek (PAGO) centraal. Een onafhankelijke medische onderzoeksinstelling gaat vragen en/of medische testen opstellen die verband houden met de gevolgen van ultrafijnstof. Die worden aan de PAGO toe te voegen. Voor de zomer van 2023 starten we met het aangepaste PAGO.

Structureel meetnetwerk

We bereiden de uitrol van een structureel meetnetwerk voor. Hierdoor krijgen we vanaf volgend jaar meer en langduriger inzicht in de actuele uitstoot van ultrafijnstof en het effect van maatregelen. Op korte termijn zorgen we dat we twee gates op de D-pier al voorzien van 18 meetsensoren, zodat we in ons living lab al zoveel mogelijk kennis opdoen.

2022: Effect lange termijn blootstelling omwonenden

Het RIVM heeft onderzocht wat de gezondheidseffecten zijn van lange termijn blootstelling aan ultrafijnstof in de omgeving van Schiphol. Uit het onderzoek blijkt dat blootstelling aan ultrafijnstof van vliegtuigen rond Schiphol mogelijk kan leiden tot nadelige effecten op het hart- en vaatstelstel en de ontwikkeling van het ongeboren kind.

Er zijn geen aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan ultrafijnstof de oorzaak is van aandoeningen aan de luchtwegen. Wel kunnen bestaande aandoeningen door korte blootstelling tijdelijk verergeren. Er is nog onvoldoende bewijs voor effecten op het zenuwstelsel en de stofwisseling (diabetes). Voor effecten op de totale sterfte zijn geen aanwijzingen.

2022: Test vernevelen ultrafijnstof

Schiphol onderzoekt of het verspreiden van ultrafijnstof aan airside kan worden verminderd met vernevelen. Hierbij wordt nevel bij de bron over ultrafijnstof gespoten. Bijvoorbeeld bij een startend vliegtuig. Het idee is dat de nevel zich hecht aan ultrafijnstofdeeltjes. De deeltjes worden daardoor zwaar en vallen als druppels op de grond. Daardoor kunnen de ultrafijne stofdeeltjes zich niet verspreiden en medewerkers ademen ze dan niet meer in. Deze aanpak wordt veelgebruikt in de bouw, waar met nevel stof en fijnstof wordt verminderd. Onderzocht wordt of deze methode ook ultrafijnstof op de luchthaven kan verminderen.

2022: Samenwerkingsverband onderzoekt bescherming platformmedewerkers en nieuwe maatregelen

De luchtvaartsector, FNV (namens de vakbonden), Rijksoverheid en kennisinstellingen zijn begin 2022 gestart met een gezamenlijke aanpak voor de uitstoot van ultrafijnstof en lokale luchtkwaliteit op Schiphol. Dit zal worden geleid door een onafhankelijk voorzitter.

De partijen gaan zich richten op het onderzoeken, uitwerken en doorvoeren van oplossingen. Ook gaan ze een blootstellingsonderzoek en gezondheidsonderzoek inrichten en laten uitvoeren onder medewerkers. Een validatiecommissie van wetenschappers met kennis van arbeid en gezondheid zal de oplossingen en het onderzoek toetsen.

2021: Meten concentraties ultrafijnstof op Schiphol

Buiten rond de terminal en pieren op Schiphol zijn ultrafijnstofconcentraties van gemiddeld 100.000 tot 120.000 deeltjes per kubieke centimeter gemeten. Dat blijkt uit onderzoek van TNO, in opdracht van Schiphol.

TNO had voor de meting twee auto's ingericht met meetapparatuur. De ene werd bestuurd door marshallers die hun normale diensten reden. Met de andere hebben medewerkers gemeten op plekken waarvan de verwachting was dat daar de mogelijke concentraties het hoogst zouden zijn. Ze hadden daarnaast de vrijheid om naar eigen inzicht locaties op te zoeken om metingen te doen. Deze metingen zeggen nog niets over de blootstelling van individuele medewerkers van Schiphol. Daarvoor is aanvullend onderzoek nodig. Hierbij worden dan ook de werktijd van taken op en buiten het platform en de exacte locatie waar gewerkt wordt, betrokken. Momenteel werken we aan het opzetten en laten uitvoeren van een blootstellingsonderzoek en gezondheidsonderzoek onder medewerkers.

Dankzij het TNO-onderzoek weten we nu meer over de hoeveelheid ultrafijnstof op het Schipholterrein. Het blijkt dat rond de terminals en pieren de ultrafijnstof het meest verhoogd voorkomt. Hierdoor hebben we inzicht in de specifieke locaties waar we met voorrang actie moeten ondernemen.

2021: Gezondheidsraad brengt gevolgen blootstelling in kaart

De Gezondheidsraad heeft in 2021 een advies gepubliceerd over de gezondheidseffecten van ultrafijnstof. Dit was op basis van een Amerikaans wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van kortdurende en langdurige blootstelling aan ultrafijnstof. Zo zijn er bij kortdurende blootstelling aan ultrafijnstof aanwijzingen voor het optreden van nadelige effecten op het hart- en vaatstelsel en op de luchtwegen. Langdurige blootstelling vergroot het risico op hart- en vaataandoeningen. Er zijn ook aanwijzingen voor een verhoogde kans op het ontstaan van luchtwegaandoeningen en voor een negatieve invloed op de groei van de foetus. De bewijskracht voor schadelijke gezondheidseffecten van ultrafijnstof is geringer dan voor fijnstof en stikstofoxiden, maar volgens de Gezondheidsraad is er toch voldoende grond voor het treffen van aanvullende maatregelen.

2019: Effect kortdurende blootstelling

Mensen die in de buurt van Schiphol wonen, staan regelmatig bloot aan verhoogde concentraties ultrafijnstof. Dat blijkt uit een onderzoek van het RIVM. Dit kan kortdurend effect hebben op de gezondheid. Bij kinderen en gezonde volwassenen zijn kortdurende verminderingen in de longfunctie gemeten en bij de gezonde volwassen is ook kortdurende vermindering van de hartfunctie gemeten bij tijdelijk hogere blootstelling.

De effecten treden op bij ultrafijnstof zowel afkomstig van vliegverkeer als bij ultrafijnstof van andere bronnen, zoals wegverkeer. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat de gezondheidseffecten van het vliegverkeer anders zijn dan die van het wegverkeer.

2019: Lid Adviesraad RAPTOR

Schiphol zit in de adviesraad van het RAPTOR-project, dat in 2019 is gestart. Het is een Europees project waarin organisaties uit allerlei landen samenwerken aan meer kennis over ultrafijnstof in de luchtvaart. Andere Nederlandse partijen die deelnemen zijn TNO en RIVM.

Doel is meer inzicht krijgen in de samenstelling van de diverse soorten ultrafijnstof en de impact hiervan op de gezondheid. Dit helpt bij het verbeteren van het rekenmodel dat wordt gebruikt om de uitstoot van ultrafijnstof door vliegtuigmotoren te berekenen.

2018: Europees rapport ultrafijnstof

De werkgroep luchtkwaliteit van ACI Europe, de vereniging van Europese luchthavens, heeft in november 2018 een rapport over ultrafijnstof gepubliceerd. Schiphol heeft hieraan bijgedragen.

2015: Meer ultrafijnstof rond Schiphol door vliegverkeer

Uit metingen van het RIVM blijkt dat rond Schiphol de concentraties van ultrafijnstof verhoogd zijn vanwege de luchtvaart. Naarmate de afstand tot het luchthaventerrein toeneemt, neemt de concentratie ultrafijnstof af: op zo’n vijftien kilometer van de luchthaven is de bijdrage van de luchtvaart nog circa 20 procent van de bijdrage direct naast het luchthaventerrein.

Uit de beperkte gegevens die in de wetenschappelijke literatuur beschikbaar zijn, blijken de hoeveelheden ultrafijnstof rond Schiphol vergelijkbaar met die bij andere internationale luchthavens.

Of, en zo ja in welke mate, in de omgeving van Schiphol sprake is van extra gezondheidseffecten als gevolg van de blootstelling aan ultrafijnstof kan met de huidige kennis niet worden bepaald.