Liefde, vriendschap en gerookte zalm: "Prins Ali” is Grand Café Het Paleis niet vergeten

Gepubliceerd op: 18 januari 2024

Als je op deze hoek van Lounge 1 staat, zie je een omheining van formaat. Bouwschotten van drie meter hoog waarop Amsterdamiconografie de dienst uitmaakt. Je hoort het geknetter van rolkoffers die langs bouwvakkers manoeuvreren, de geur van gebrande koffiebonen komt van apparaten uit omringende tentjes. Iedere gepokt en gemazelde Schipholreiziger weet: hier stond nog niet zo heel lang geleden Grand Café Het Paleis. En nam je ooit plaats aan de toog? Dan stond je hoogstwaarschijnlijk oog in oog met Prins Ali.

Ali, hoe lang heb je in het Paleis gewerkt?
‘Ik was er al vanaf dag één. Samen met twee collega’s. Wij waren- en zijn echte barmannen. In die negentien jaar hebben we echt heel veel mensen zien komen en gaan. Maar ik heb er tot de laatste dag gewerkt. Man, ik heb herinneringen en vrienden voor het leven gemaakt. Nu het Paleis afgebroken is, is er voor mij een tijdperk voorbij.’

Wat maakte het Paleis voor jou zo bijzonder?
Om iets te noemen? De akoestiek. Dat kwam door die bogen, die hoge plafonds. Het Paleis paste net in de Lounge. Er kwam ooit een operazanger naar mij toe en vroeg of hij een minuutje de akoestiek mocht uitproberen. Natuurlijk mocht dat. Toen hij begon met zingen? Prachtig, prachtig, zo prachtig. Reizigers stopten en voor ik het wist barstte het Paleis uit zijn voegen van al het bezoek. Dat vergeet ik nooit meer. En dat was niet de eerste keer hé. Op het balkon hebben ooit veertig mannen van een bekende Franse groep gestaan. Begonnen samen te zingen met van die zware stemmen. Dan heb je direct sfeer in de tent. Zoveel filmpjes zijn daarvan gemaakt.

Je noemde al dat je vrienden voor het leven hebt gemaakt. Zitten daar ook vaste gasten of stamgasten tussen?
‘Absoluut’. Ali pakt zijn telefoon op en scrolt door zijn whatsapplijst en wijst meerdere personen aan. ‘Veel spreek ik nog regelmatig. Zoals deze: Michael Patrick. Die zat hier een keer in de ochtend, en vroeg om een biertje. Toen hij wegging, had hij voor mij een brief geschreven vol complimenten. Later kwam ik erachter dat hij een podcast heeft in Amerika, waarin hij mij verkoos als een van de zes beste bartenders in de wereld. Michael is nu een goede vriend van me. Ook kwamen er eens gasten die ’s ochtends uit München kwamen, gingen zitten en rekende ’s avonds om 20.00 uur weer af. Ze waren speciaal hier gekomen om een verjaardag te vieren. Ze zijn niet eens in Amsterdam geweest, alleen in lounge 1.’

Hoe zou je jouw stijl als barman omschrijven?
Ik ben een showman. Als mensen binnenkomen maak ik direct contact om het ijs te breken. De gasten willen lachende gezichten. De gasten zijn aan het wachten, sommigen zijn gespannen voorafgaand aan hun vlucht. Mensen nemen dan een drankje om te ontspannen. Dan willen ze alleen positieve dingen horen, want dan gaan ze ook positief weg. Als iemand met een slecht humeur binnenkomt, wil ik dat veranderen. Dat lukt helaas niet altijd. Zo was er eens een gast met leukemie. Toen hij voor het laatst was en afscheid kwam nemen, kon ik nog maar weinig zeggen, ik moest bijna huilen. De vaste gasten ken je. De crews bijvoorbeeld die hun shift wisselen in de lounge. Zo’n groep ken je als je broekzak. Je weet wat ze willen eten, wat ze willen drinken, waar ze naar huis gaan.

Wat neem je mee uit deze tijd?
Nou, ik heb ooit een zalm meegenomen. Een Noor die vaak langskwam had ooit zelf een zalm gevangen, die had hij gerookt en meegenomen om aan mij te geven. Hij kwam best ver, maar niet hier de douane door. Die zalm moest hij achterlaten. Hij heeft het daarna nog een keer geprobeerd. Toen sprak hij met de piloot af dat hij de gerookte zalm in het Paleis bezorgde. Dat is wel gelukt. Heel bijzonder dat iemand zoveel moeite voor mij doet.

Excuus, laat ik mijn vraag herformuleren: welke les heb je geleerd?
Oh, nou voornamelijk dat ik van mensen hou. Dat zat er al vroeg in. Niet voor niets heb ik in Egypte sociologie gestudeerd. Daar bestudeerde ik al mensen. Mensen zijn belangrijk voor je geluk, alléén kun je niet gelukkig zijn. Dat zag ik ook aan een gast Kjeld en Agnieszka. Toen ze binnenkwamen nam Kjeld direct nerveus een shot Jägermeister. Daarna ging hij naar het toilet, kwam terug, haalde een doosje uit zijn zak, ging op zijn knieën, liet de ring zien en vroeg Agnieszka ten huwelijk. Mensen gingen joelen waardoor Agnieszka enorm verlegen werd, maar ze zei ja. Ook met hen heb ik trouwens nog veel contact.

Love is in the palace! Mooi verhaal. Op de plek van het Paleis komt straks een nieuw concept ‘De Salon’ Met een Grand Café en een Deli. Ik las dat ze hier van plan zijn een gigantische bar te maken rondom de keuken, met aan een kant volledig zicht op het platform. Misschien niet dezelfde akoestiek, maar wel meer uitzicht. Als ze je daarvoor vragen, kom daar dan ook werken?
Als het café veel gasten krijgt en toegankelijk is voor iedereen, dan kom ik graag. Zet mij neer, en ik maak dezelfde sfeer als het Paleis. Ik zou heel graag mijn oude gasten terugzien. In de East bar waar ik nu werk, komen ze per ongeluk langs. Het zou mooi zijn dat ze straks op dezelfde plek maar met een nieuw Café mij ineens weer weten te vinden.