Met zelf ontwikkeld gereedschap maakt Thomas Trum (1989) zijn kunst. Voor dit werk maakte hij een gigantische viltstift, waarmee hij vormen creëerde die geïnspireerd zijn op de lijnen die vliegtuigen in de lucht tekenen.
Trum tekende meerdere lijnen over elkaar. Elke kleur is één beweging. ‘De lijnen gaan het kader uit en komen er dan weer in – een beetje zoals het opstijgen en dalen van een vliegtuig.’
Als kind was Trum al gefascineerd door grote machines zoals landbouwvoertuigen, die met maximale efficiëntie in een ritmisch patroon het land bewerken. Hierdoor geïnspireerd maakt hij veel van zijn kunstwerken met behulp van zelfgemaakte roterende spuitmachines. ‘De uitgebreide voorbereidingen voor een kunstwerk staan in contrast met de uitvoering van het eindwerk, dat soms maar enkele minuten duurt.’
In zijn geometrische, abstracte kunst staan lijnen en kleuren centraal. Hij is bijzonder gefascineerd door het achterlaten van sporen. ‘Ik zou graag vanuit de ruimte de patronen zien die we als mens maken – onze sporen in de aarde. Als kind keek ik al graag uit het vliegtuigraampje.’
De schoonheid van de natuur is een andere belangrijke inspiratiebron. Voor de kleuren in dit kunstwerk bestudeerde hij daarom hoe je het Nederlandse landschap vanuit de lucht ervaart. Ook keek hij naar de manier waarop schilder Vincent van Gogh dag en nacht weergeeft.
Thomas Trum studeerde aan de Design Academy Eindhoven, waar zijn interesse in kunst ontstond. Beïnvloed door de modernisten begon hij zijn eigen artistieke handschrift te ontwikkelen. Zijn werk was eerder te zien in Kunsthal Rotterdam, Het Noordbrabants Museum en vele binnen- en buitenlandse galeries.