Met dit werk van gedroogde tulpenblaadjes creëert Jennifer Tee (1973) een wereld waarin de Nederlandse cultuur en haar Chinees-Indonesische roots samenkomen.
De collage is geïnspireerd op de motieven van Palepai. Dat zijn geweven doeken die in Sumatra generaties lang bij overgangsrituelen werden gebruikt. Vaak werden op deze Palepai-doeken schepen met mensfiguren afgebeeld; een verwijzing naar het leven als spirituele reis.
In Tee’s kunstwerk zien we twee figuren op een boot in een oceaan vol waterdieren en plantachtigen. ‘De mast van het schip is tevens een levensboom en de boomwortels reiken diep in de oceaan. De wortels van onze herkomst gaan terug naar dieren, planten en de miljoenen jaren geschiedenis van de aarde.’
De symboliek van een levensreis over water speelt in haar familiegeschiedenis een belangrijke rol. Tee’s vader kwam in de jaren vijftig per boot naar Nederland en haar grootvader reisde als exporteur van bloembollen met schepen de wereld over.
Migratie en transitie zien we vaker terug in Tee’s werk. Ze beschrijft die thematiek als ‘the soul in limbo’, een staat van zijn in een tussengebied. Dit ondefinieerbare herkent ze ook in zichzelf en in de wereld om haar heen. ‘Niemand is eenzijdig. Ik heb diverse componenten in me en soms kun je niet duiden waar iets vandaan komt.’ Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de tulp; de bloem wordt weliswaar gezien als Nederlands icoon, maar komt oorspronkelijk uit Centraal-Azië.
In dit kunstwerk zijn verschillende bijzondere tulpensoorten verwerkt, waaronder de Rembrandt Tulp met zijn gevlamde kleurpatroon. De bloemen waarmee ze werkt, oogst ze elk voorjaar zelf in de historische tuin Hortus Bulborum in Limmen.
Jennifer Tee studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam en haar werk is onder meer te zien geweest in het Rijksmuseum in Amsterdam en Secession in Wenen. Haar sculpturen, installaties, performances en collages zijn met diverse prijzen bekroond.